“Met het ‘bouwplot denken’ bereik je géén goede leefomgeving.” Deze uitspraak is me bijgebleven na verschillende ontmoetingen met Ellen van Bueren, hoogleraar Management van Stedelijke Ontwikkeling, TU Delft. Ik ben het roerend met haar eens.
Er is altijd een derde oplossing
Wat Ellen van Bueren vanuit onderzoek concludeert, maak ik in gebiedsontwikkelingsprocessen in de praktijk mee. Wanneer de focus erop ligt om alle ambities die gepaard gaan met nieuwe woningbouwontwikkeling krampachtig binnen vooraf afgebakende grenzen te realiseren, krijg je niet het beste plan. Ik zie bijvoorbeeld veel naar binnen gekeerde woningbouwplannen, waarbij de groene leefomgeving bestaat uit een ‘groen hart’. Ook zie ik dat groen, samen met eventueel water, ‘aan de randen’ wordt geplaatst omdat daar toevallig bouwrestricties gelden.
Dat is zonde en een gemiste kans om te focussen op de leefomgeving binnen het bouwplot. Ten eerste frustreer je samenhangende groen- en waterstructuren op een hoger schaalniveau. Ten tweede laat je de kans onbenut om een fiets- en wandelnetwerk langs groen en water te creëren dat verbinding maakt tussen de oude en de nieuwe leefomgeving en tussen stad en land. Ten derde mis je de gelegenheid om sociale netwerken tot stand te brengen tussen de oorspronkelijke bewoners en de bewoners van de nieuwbouw.
Aan de ene kant erkennen de spelers van de woningbouwontwikkeling, zowel gemeenten als projectontwikkelaars, dat de grenzen van een bouwplot benauwend zijn. Aan de andere kant moet de exploitatie ‘rondkomen binnen de plangrens’. Zijn dit echt de twee enige smaken? Nee, want:
Dit heb ik geleerd toen ik 19 jaar was en vakantiewerk deed op een boerderij in Denemarken. De zoon van de boer is mijn beste vriend geworden. Hij was toen ook boer, tegenwoordig is hij psychotherapeut. Ik leg die overtuiging nu aan uiteenlopende opdrachtgevers voor wanneer we voor een dilemma staan in een project. Want die doen zich zo goed als altijd voor.
De vraag is: hoe vind je ‘de derde oplossing’?
Ontwerpend onderzoek
De derde oplossing krijg je niet zomaar in de schoot geworpen. Die vereist onderzoek. Daarmee bedoel ik niet een meerjarig academisch onderzoek, hoe waardevol ook als munitie en ondersteuning voor de praktijkwereld. Ik bedoel in dit geval korte onderzoek-sprints die plaatsvinden in de weerbarstige werkelijkheid van een lopend project. ‘Ontwerpend onderzoek’, om precies te zijn.
Door de jaren heen heb ik veel aan ontwerpend onderzoek mogen werken. Zeker niet nieuw: al sinds mijn eerste baan bij een stedenbouwkundig bureau eind jaren ’90 werkten we ermee en het heeft veel overeenkomsten met Design Thinking dat in 1969 werd bedacht voor productontwikkeling.
Als ik terugkijk, blijkt dat ontwerpend onderzoek ons altijd uit een patstelling heeft geholpen, of heeft verlost van dilemma’s die opdoken tijdens een project. De ene keer ruimtelijke dilemma’s, de andere keer dilemma’s die voortkwamen uit verschillende belangen van verschillende stakeholders.
Hoe kijk ik dan anno nu aan tegen ontwerpend onderzoek ten behoeve van gebiedsontwikkelingsprojecten? ‘Ontwerpend onderzoek’ wil naar mijn mening zeggen dat je oplossingen blijft onderzoeken door:
• In dialoog te gaan met de omgeving
• Je te verdiepen in het verleden
• Een wens te schetsen (letterlijk en figuurlijk) voor de toekomst
• De baten en kosten van wensen in beeld te krijgen
Inherent aan ontwerpend onderzoek is, dat je een nieuwe context schetst waarbinnen zich nieuwe oplossingen kunnen aandienen. Zie voor een leuk voorbeeld van nieuw ondernemerschap de blog ‘Annemarie van Gaal en De Gezonde Stad’ met daarin Van Gaals uitspraak:“We moeten het oude denken weggooien.” In ‘Samenwerking – 3 drempels overwinnen’ lees je hoe er kansen ontstaan voor de realisatie van een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving wanneer je écht in dialoog gaat met de omgeving.
Hier zit dan ook de crux. Het kan heel goed zijn dat de nieuwe context gaandeweg buiten de strakke lijnen van het bouwplot blijkt te liggen. In dat geval is het nodig om buiten deze lijnen te kleuren. Letterlijk, om de juiste ruimtelijke verbindingen te kunnen leggen en figuurlijk, om je scope te verbreden naar ongebruikelijke, maar kansrijke stakeholders. Dán pas kan je ‘de derde oplossing’ vinden en bereik je een goede leefomgeving. Iets wat we allemaal willen bij het bouwen van het grote aantal nieuwe woningen in Nederland.
Ik zet hieronder uiteen hoe ik aankijk tegen ontwerpend onderzoek en hoe dit mijn manier van werken is geworden.
De gemeenschappelijke noemer = draagvlak
Het spreekt voor zich, dat je een belangendilemma in een gebiedsontwikkelingsproject alleen kunt oplossen wanneer je alle partijen erbij betrekt. Samen met hen zoek je de gemeenschappelijke noemer; je gaat hier niet naar gissen. Dat is zonde van je tijd. Bovendien creëer je meteen weerstand vanuit de omgeving als je de plank misslaat. Het bespaart tijd en geld als je aan het begin van je project samen met de huidige en toekomstige stakeholders in het gebied naar de gemeenschappelijke noemer zoekt via ontwerpend onderzoek. Op die manier ontstaat de beste ruimtelijke, sociale en financiële oplossing – de derde oplossing. Het leuke van deze methode is dat je ook meteen een project met draagvlak hebt, juist door het ontwerpend onderzoek en niet door een ‘slimme truc’.
Draagvlak ontstaat als alle betrokkenen inzien waarom het ontwerpend onderzoek langzaam maar zeker naar dé oplossing toewerkt. Dat is iets anders dan de visie die sommigen blijkbaar hebben op de uitkomst van een gebiedsontwikkelingsproces, namelijk: “Een compromis van de verschillende oplossingen die bij verschillende belangen horen, zodat iedereen blij is.” Nee. Hier wordt niemand blij van. Want dat wordt vis noch vlees en is nooit de beste oplossing. De derde oplossing, die je niet van tevoren had kunnen bedenken, is die van een nieuwe context met nieuwe baten en nieuwe spelers. Eentje waarbij je wellicht buiten de lijnen van het bouwplot moet kleuren voor een goede leefomgeving. Die oplossing heeft de kans om dé oplossing te worden.
Klinkt het als een ellenlang proces om daar te komen? Juist niet. Door jarenlang met dit proces te hebben geoefend in tal van uiteenlopende ruimtelijke projecten weet ik nu, dat ontwerpend onderzoek het proces versnelt. Wil jij weten hoe je zelf een goed gebiedsontwikkelingsproces kan inrichten met behulp van vier vernieuwende participatietools die het proces versoepelen? Kom dan naar mijn masterclass In 3 stappen naar succesvolle co-creatie met het AM Landskab Zandlopermodel. De eerstkomende is op maandag 17 juli 2023 in Utrecht.
Stuur mij een mail en ontvang het programma, ik zie je graag!