Omgevingsvisie Omgevingswet leefomgeving integraal werken VNG RWS

Een paar jaar en velen bijeenkomsten later is de worsteling van ‘op een nieuwe manier werken en denken’ nog steeds dezelfde. Dat hoort AM Landskab bij onze gemeentelijke opdrachtgevers door het hele land en dat hoor ik tijdens mijn masterclasses Stop met bewonersavonden! met uiteenlopende deelnemers. Het besef dringt wél door, dat de manier van implementeren van de Omgevingswet en hoe je het maken van een Omgevingsvisie aanpakt vooral een lokaal, politiek besluit is. Hoe ambitieus wil je als gemeente daarin zijn? Om raadsleden hierin mee te nemen, geef ik werkateliers, voor velen een eye-opener.

Tijdens de Praktijkbijeenkomst Omgevingsvisies 1 juni jl. georganiseerd door ‘Aan de slag met de Omgevingswet’, Platform 31 en BNSP én de Kennis(makings)dag Omgevingswet 27 juni jl. werden mijn eigen bevindingen bevestigt; zowel de pilotgemeentes die nu al klaar zijn met hun Omgevingsvisie als de gemeentes die zich in de oriënterende fase bevinden, worstelen in eerste instantie met de cultuurverandering.

‘Het nieuwe integraal’

De behoefte aan cultuurverandering is een logische consequentie van één van de thema’s die leidend zijn in de Omgevingswet; ‘Integraliteit en samenhang’. In een Omgevingsvisie moet het gaan over de Leefomgeving in al zijn facetten en dat in samenhang bekeken. Voor gemeentes betekent dat écht integraal gaan werken en dat vergt nieuwe samenstellingen van teams, nieuwe cross-overs, voor zowel ambtenaren, colleges van B&W en raadsleden. De Omgevingswet gaat iedere afdeling en iedere portefeuille aan, maar dat besef moet er bij veel organisaties en bestuurders nog komen. De cultuurverandering begint in mijn optiek met een brede discussie over wat de definitie ‘integraal’ voor jullie gemeente is.

Jeroen Traudes, projectleider Omgevingsvisie van gemeente Leiden, die in samenwerking met negen andere gemeentes een Omgevingsvisie maakt, verwoorde het zo; “Als stedenbouwer denk je al gauw dat je ‘integraal’ werkt. Je kijkt naar verschillende lagen in samenhang, water, groen, bebouwing, verkeer etc. Maar we kwamen er achter dat ‘integraal’ in een Omgevingsvisie wel even iets heel anders is”. Twee van de opgaves in de Omgevingsvisie van deze 10 samenwerkende gemeentes zijn bijvoorbeeld ‘energietransitie’ en ‘robotisering’. Vraagstukken die niet overeenkomen met een ruimtelijke ‘laag’, maar voortkomen uit maatschappelijke, prangende vraagstukken.

Onze structuurvisie is net vastgesteld!?

Gemeentes die ik spreek vragen zich af, hoe dat moet als ze nét een jaar geleden hun structuurvisie – juist gemaakt vanuit het perspectief van de ruimtelijke lagen – hebben vastgesteld? “Daar hebben we veel werk aan gehad, dat kan ik toch niet zomaar weggooien – bovendien hoe leg ik mijn bestuurder uit, dat er weer een nieuw visiestuk nodig is?”
Uiteraard ga je dat werk niet ‘weggooien’. Er ligt misschien ook een heel participatieproces aan ten grondslag en de wethouder ruimtelijke ordening ziet het wellicht als ‘zijn’ document. Mijn advies is dan ook: Neem je structuurvisie mee in de Omgevingsvisie, maar laat de conclusies hieruit niet op zichzelf staan. Ga je Structuurvisie vanuit een breder blikveld bekijken – dan heb je al veel input voor je Omgevingsvisie. De kernwaarden blijven als het goed is dezelfde.

Denken vanuit brede thema’s – voorbeeld

Het kan een hele leuke oefening zijn, om vanuit meerdere domeinen en vanuit een switch in denken opnieuw naar de gemeentelijke structuurvisie te gaan kijken (zie evt. ook mijn blog ‘Omgevingsvisie vereist een nieuwe mindset’). Laten we een voorbeeld nemen. Er is in jullie structuurvisie opgenomen, dat er ruimte is om ouderenwoningen te bouwen, omdat de prognose is, dat de gemeente vergrijst. Er is daarmee een uitspraak gedaan over de laag ‘bebouwing’. Maar stel, je gaat opnieuw kijken, en je beschouwt ‘vergrijzing’ dit keer als integraal thema. Dan komen er andere vraagstukken naar boven. Vergrijzing betekent een andere manier van verplaatsen, een kleinere actieradius, betekent stijging in aantal demente, meer mensen die niet zelfredzaam zijn, risico voor stijging van eenzaamheid om maar een aantal aspecten te noemen.

Vanuit dat oogpunt ga je in je Omgevingsvisie misschien over nadenken hoe je een ‘drempelvrije’ gemeente stimuleert – letterlijk en figuurlijk. Hoe zorg je dat ouderen fysiek, makkelijk naar buiten kunnen, mogelijkheden hebben om samen te bewegen in de openbare ruimte, hoe creëer je ontmoetingsruimtes – binnen of buiten – die zo laagdrempelijk en informeel zijn dat ook de eenzame ouderen er gebruik van gaan maken? Dit betekent een hele switch in het ruimtelijke denken – niet de ruimte is het uitgangspunt, maar de maatschappelijke vraagstukken en hoe de ruimte daarop in kan spelen.

Hoe jullie organisatie die switch kunnen bereiken

Een ander thema, dat benadrukt wordt in de Omgevingswet is participatie. Dat is nu al een thema bij vrijwel alle gemeentes, daar kan je je voordeel mee doen. Juist het samen met bewoners werken aan jullie Omgevingsvisie kan de organisatie, bestuurders en raadsleden helpen om integraal te gaan denken. Bewoners worden niet ‘belemmerd’ door jarenlange sectorale scholing, kennis en werkwijze wanneer ze nadenken over de leefomgeving. Doe daar je voordeel mee! Jullie inwoners hebben hun dagelijkse leven in de wijken, in de stad, in het buitengebied van de gemeente. Een goede leefomgeving is voor een bewoner veel meer dan fysieke lagen op orde hebben. Het onbelemmerd denken van bewoners naar binnen halen, kan in een dialoog over thema’s voor de Omgevingsvisie als eye-opener werken en helpen de switch in denken teweeg te brengen in de organisatie, maar ook bijvoorbeeld bij wethouders die zich realiseren dat de Omgevingsvisie ook hún portefeuilles raken.

Waarom zou je integraal wíllen?

De lijn vanuit het ministerie, om te decentraliseren met de daarbij gepaarde bezuinigingen, is al ingezet in het sociale domein en wordt met de Omgevingswet verder doorgevoerd. Het integraal werken is nu zowel een noodzaak als een grote kans. Wanneer de gemeentelijke domeinen met elkaar nadenken over de leefomgeving én met stakeholders, politiek en inwoners heeft dat veel voordelen. Het blijkt elke keer opnieuw, dat energie in breed draagvlak insteken zich altijd terugbetaalt. Bijvoorbeeld in:
– Duurzaam resultaat – toekomstige afwegingen slaan ‘de plank niet mis’
– Snelheid in werken – dilemma’s zijn al voorgespiegeld, keuzes zijn al bepaald
– Positieve energie – de discussie vind vooraf plaats, niet achteraf
– Meer kwaliteit voor hetzelfde geld door budgetten te koppelen
– In beste geval ook extra geld door coalities met stakeholders

Bovenal kom je met integraal werken en een helder proces tot een leefomgeving die kwalitatief beter wordt en meer betekenis krijgt voor de mensen die daar wonen, werken, recreëren – kortom leven.

Maar HOE?

Ambtenaren zien dit ook. Deze week nog, tijdens de workshop ‘Veranderopgave van overheden’ van Kristel Lammers van de VNG, hoorde ik dat de 300 ambtenaren die VNG heeft gesproken over de komst van de Omgevingswet heus ook het slimme van integraal werken en brede bewonersparticipatie zien.
Alleen hoe DOE je dat? Hoe organiseer je de goede dialoog intern waarin er in gelijkwaardigheid over overkoepelende thema’s worden gesproken? Hoe zoek je de stakeholders die actief willen meewerken aan een Omgevingsvisie? Op welke momenten betrek je de gemeenteraad? Het college van B & W? Hoe bereik een dwarsdoorsnede van je inwoners, zodat je in alle eerlijkheid kan zeggen dat je ‘dé bewoner’ heb betrokken? Welke communicatiemiddelen gebruik je, wie informeer je, wanneer en waarover?
Heb jij net als de 300 andere ambtenaren dezelfde vragen en heb je nu al TIPS nodig?
Die zijn er. Ik heb tips en voorbeelden van het ‘hoe’ voor je samengevat in mijn e-book met hét AM Landskab Zandlopermodel; 3 stappen die jullie Omgevingsvisie tot een succes maken! Ga HIER naar het download formulier voor mijn gratis e-book.

Ben je raadslid? Overweg dan de werkateliers op maat voor jullie gemeenteraad: ‘De rol van de raad in de Omgevingswet – écht Samen Stad Maken!’.